Veldwerk IV: levend verleden

24 Mammoetwet spotprent gecomprimeerd mozaiek_0

“Mijn opa werd geboren in 1900. Dat maakte het erg makkelijk zijn leeftijd te onthouden – hoewel het niet zoveel uitmaakte hoe oud hij precies was want voor mij was opa Winkler altijd al stokoud. Hij overleed in 1994. Ik was tien. Vandaag had ik een afspraak met meneer Van Hulst, de oudste bewoner van het verzorgingstehuis waar een goede vriend van mij fysiotherapeut is. Meneer Van Hulst is geboren in 1911. Dat betekent dat hij meer dan drie keer zo oud is als ik nu ben. Ik kan mij niet voorstellen hoe oud dat is. Het idee dat iemand al langer dan een eeuw op de aarde rondloopt is amper te bevatten.

Nog op 95-jarige leeftijd schreef Van Hulst een artikel over de dichter Albert Verwey. Hierin betoogt hij aan de hand van vele passages uit Verweys gedichten waarin naar ‘het Boek’ wordt verwezen dat Verwey zijn religieuze opvoeding nooit verloochend heeft. Een nogal tegendraadse opvatting. De Tachtigers, waartoe Verwey behoorde, zijn immers de boeken ingegaan als de dichters die Schoonheid op de plaats van God zetten en de dichter tot Christusfiguur maakten. Toen Van Hulst vernam dat er op dit moment door een veel jongere neerlandicus onderzoek wordt gedaan naar Verwey, veerde hij op in zijn rolstoel. Ik kreeg het artikel thuisbezorgd en moest maar eens komen praten.

Continue reading “Veldwerk IV: levend verleden”

Veldwerk II

veldwerk

Onder de titel ‘Wintertuin heeft een verhaal’ is literair productiehuis Wintertuin vorig jaar een blog begonnen. Hierop verschijnen meer inhoudelijke stukken over de Wintertuin-producties en registraties van die producties. Verder tref je er columns aan van schrijvers uit het Wintertuin-agentschap en van Wintertuin-medewerkers (o.a. met leestips). In de rubriek ‘Veldwerk’ ten slotte worden ontwikkelingen in het literaire veld belicht.

Voor mijn tweede Veldwerk-column schreef ik over het congres Achter de Verhalen dat van 6 t/m 8 april plaatsvond aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ondanks dat het thema (‘het belang van de literaire cultuur’) in de call for papers nogal onheilspellend werd aangekondigd –’de literatuur verkeert in crisis en haar einde zou nakende zijn’– viel het mij op dat het crisis-thema amper werd geëxpliciteerd:

‘Veeleer werd het ‘belang van de literaire cultuur’ als een gegeven aangenomen. Daarmee werden de symptomen van de crisis niet ontkend, maar werd gekozen voor een positieve insteek. Het belang werd niet verdedigd, maar getoond.’

 

Benieuwd hoe dat gebeurde? Lees de hele column hier.

Zie hier voor de eerste Veldwerk-column getiteld ‘De schrijver van de toekomt kent zijn verleden’.

 

Veldwerk

veldwerkLiterair productiehuis Wintertuin is afgelopen voorjaar onder de titel ‘Wintertuin heeft een verhaal’ een blog begonnen. Hierop verschijnen meer inhoudelijke stukken over de producties die zij organiseert. Ook is er plaats voor teksten die tijdens evenementen werden voorgedragen, en voor registraties van die evenementen.

Zo is bijvoorbeeld de lezing die P.F. Thomése hield tijdens het festival [Nieuwe Types] niet alleen terug te lezen maar ook terug te kijken. In ‘De staat van het verhaal’ stelt Thomése dat de schrijver een personage is geworden, een ‘aandacht zoekende figurant’, een stelling die uitgesproken heel anders overkomt dan wanneer gelezen. Een goed idee dus om op deze manier de producties van Wintertuin te documenteren.

Verder tref je op de blog columns van schrijvers uit het Wintertuin-agentschap en van Wintertuin-medewerkers (o.a. met leestips). In de rubriek ‘Veldwerk’ tenslotte worden ontwikkelingen in het literaire veld gesignaleerd.

Naar aanleiding van de oratie van Kiene Brillenburg Wurth (hoogleraar literatuurwetenschap in vergelijkend perspectief) schreef ik voor ‘Veldwerk’ het stuk ‘De schrijver van de toekomst kent zijn verleden’. Het is hier terug te lezen (inclusief link naar Kiene’s oratie ‘Het schrijven aan de wand: literatuur in de toekomst’ en naar het geweldige elektronische woordkunstwerk ‘DAKOTA’).

***

afbeelding: Umberto Boccioni, A Futurist Evening in Milan (1911)